Ambrosius Scramble Strokeplay (met beperkte afslag)
Deze wedstrijd wordt gespeeld door teams bestaande uit twee, drie of vier personen.
Er slaat per hole maar één speler af.
Dit moet om beurten in de team volgorde zoals aangegeven op de scorekaart.
Zijn alle teamleden geweest, dan is nummer 1 weer aan de beurt.
De overige teamleden plaatsen hun bal binnen één clublengte van deze bal, maar niet dichter bij de hole.
Alle spelers slaan om beurten hun bal van deze positie. Vervolgens wordt wederom gekozen welke bal de beste ligging heeft, eenieder plaatst zijn bal binnen één clublengte, etc.
Wordt een bal in een hazard of in de rough gekozen, dan moeten de overige ballen ook van daar uit gespeeld worden. Markering kan geschieden met behulp van een tee.
Op de greens moeten de ballen geplaatst worden binnen 10 cm van de positie van de gekozen bal (maar niet dichter bij de hole). De plaats van de gekozen bal dient gemarkeerd te worden.
Na iedere hole wordt het aantal slagen genoteerd. Nadat de achttien holes zijn gespeeld, worden de slagen opgeteld en het netto resultaat (totaal minus de toegekende teamhandicap) genoteerd. De scorekaart dient te worden ondertekend door twee spelers van het team.
Verplichting:
Als bij de afslag wordt gekozen voor een “provisionele” of “nieuwe” bal, dan moet die door dezelfde speler worden gespeeld. Wordt bij een “provisionele” bal de eerste bal alsnog gevonden dan moet van deze plaats verder worden gespeeld en vervallen de “provisionele” slagen.
Handicapverrekening:
De gezamenlijke handicaps van een team worden opgeteld en daarvan wordt 1/8 bij een 4-bal, 1/6 bij een 3-bal en 1/4 bij een 2-bal als handicap meegegeven.
Na 18 holes heeft het team met het beste netto resultaat gewonnen.
Bij gelijke stand telt de betere score op de laatste 9, 6, 3 holes.
Veel golf plezier